:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> MY ENEMY'S ENEMY
MY ENEMY'S ENEMY
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2008-09-29
DOCUMENTAIRE
Op 4 juli 1987 wordt de Duitse SS-Hauptsturmführer en Gestapolid Klaus Barbie, de zogenaamde Beul van Lyon, door een Franse assisenjury tot levenslange opsluiting veroordeeld wegens misdaden tegen de menselijkheid, gepleegd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat is opmerkelijk, want al in 1947 is hij in Frankrijk bij verstek ter dood veroordeeld voor dezelfde feiten. In deze documentaire doet regisseur Kevin MacDonald het verhaal over Klaus Barbies slaagde poging om vier decennia lang uit de handen van het Franse gerecht te blijven mét de steun van de toenmalige CIC, de inlichtingsdienst van het Amerikaanse leger.
 
 
Na de Tweede Wereldoorlog vlucht Barbie naar zijn vaderland Duitsland. Daar kan hij zich het makkelijkst onttrekken aan de lange arm van de Franse justitie. De aanklacht luidt: verantwoordelijk voor het transport van minstens 10.000 Franse joden naar concentratiekampen, het martelen en mishandelen (vaak met de dood tot gevolg) van honderden Joodse en Franse verzetsmensen en het transport naar de gaskamers van Auschwitz van 44 Joodse kinderen uit een weeshuis in Izieu bij Lyon. Inmiddels is echter de Koude Oorlog uitgebroken en is de situatie in Europa op z’n kop gezet: het communisme is het nieuwe gevaar en de Amerikanen, vrezend dat Moskou geheel Europa zal proberen in te palmen, rekruteren voormalige nazi’s wegens hun zgn. know how met betrekking tot de strijd tegen het oprukkende communisme (waarmee ze sinds de coup van 1933 te maken hadden). Dat ze tegelijk grote oorlogsmisdadigers uit de wind zetten, is voor de Amerikanen geen punt: de strijd tegen het Rijk van het Kwaad is prioritair. Daarmee zitten ze op dezelfde golflengte als het Vaticaan waar rechtsgezinde geestelijken een ontsnappingsroute naar Zuid-Amerika in het leven roepen voor topnazi’s uit de onmiddellijke omgeving van de overleden Adolf Hitler.
 
Klaus Barbie wordt door de Amerikanen gerekruteerd voor zijn kennis en ervaring op het vlak van ondervragingstechnieken. Ze hebben mensen nodig die het vuile werk in hun plaats opknappen en daar is Barbie goed in. Wanneer de militairen op het terrein erachter komen wat Barbie op z’n kerfstok heeft, verwittigen ze de hiërarchie, maar die laat weten dat Barbie belangrijk is voor de goede zaak en dus nog niet kan worden uitgeleverd aan de Fransen. Zo kan Klaus Barbie bijv. in 1948 in Frankrijk getuigen op het proces tegen René Hardy, de Franse verzetstrijder die ervan werd verdacht zijn kompaan en voormalige prefect van het departement Eure-et-Loire, Jean Moulin, aan de Gestapo te hebben verraden, en dat zonder dat de Fransen hem een haar in de weg leggen of vragen stellen over zijn eigen betrokkenheid bij die feiten. Moulin werd opgepakt en in Lyon door Barbie ondervraagd. Op weg naar een concentratiekamp zou hij aan zijn verwondingen overlijden. Volgens getuigen had Klaus Barbie de linkse verzetsman persoonlijk onherkenbaar mishandeld en in coma geslagen. Maar hij bleef dus buiten schot. Dat hadden de Amerikanen op voorhand met de Fransen voor hún mannetje netjes geregeld. In 1951 zorgen de Amerikanen ervoor dat Barbie een veilig onderkomen vindt in Bolivië, waar hij onder de naam Klaus Altmann een carrière als wapensmokkelaar uitbouwt.
 
 
Serge en Beate Klarsfeld, hij de zoon van Roemeense joden en zij de dochter van een Wehrmachtsoldaat, vestigen zich in 1963 in Parijs met het doel een Holocaust-documentatiecentrum op te richten en zich toe te leggen op het ontmaskeren van nazi-oorlogsmisdadigers. Ze worden in de loop der jaren de belangrijkste nazi-jagers naast de Oostenrijker Simon Wiesenthal. In 1971 komt het echtpaar Klaus Altmann in Bolivië op het spoor. Ze reizen naar La Paz, maar kunnen er de rechter niet van overtuigen dat het om de voormalige Duitse nazi Klaus Barbie gaat. Die heeft zich in Bolivië inmiddels van de steun van de militairen verzekerd die hij voorziet van het modernste wapentuig. Barbie gaat dus opnieuw vrijuit. Ondertussen komt in de V.S. de War on Drugs op gang en vooral Bolivië ligt onder vuur wegens het massaal telen en exporteren van cocaïne. In 1980 steunen de Amerikanen een militaire staatsgreep, de zgn. Cocaïne Coup, om de drugstrafiek een halt toe te roepen. Volgens getuigen is Klaus Barbie van zeer dichtbij betrokken bij die machtsgreep. Het nieuwe militaire regime roeit de drugshandel evenwel niet uit, maar neemt de zaak van de drugsbaronnen gewoon over, wat  de rechtstreekse aanleiding zal zijn voor nieuwe spanningen met Washington. In het najaar van 1982 komt het regime ten val. Op 19 januari 1983, kort na zijn aanstelling als nieuwe Boliviaanse president, laat Hernán Siles Zuazo de oorlogsmisdadiger Klaus Barbie arresteren en uitleveren aan Frankrijk. 
 
My Enemy’s Enemy is quasi anderhalf uur lang een spannende en goed gedocumenteerde film over het leven en de activiteiten van één van de grootste misdadigers tegen de menselijkheid uit de vorige eeuw. Maker Kevin Macdonald toont hoe onder het motto “de vijand van mijn vijand is mijn vriend”, één van de toonaangevende nazibeulen zich decennialang als een vrij man kon bewegen en geen verantwoording behoorde af te leggen voor zijn wreedheden die sinds 1945 vrij goed in kaart werden gebracht. Macdonald praat met een voormalige leraar van Klaus Barbie, met mensen die hem van dichtbij gekend hebben, Amerikaanse officieren en slachtoffers die door hem zijn gefolterd. Zij tekenen het portret van een koude en gevoelloze man die niet terugdeinsde voor de meest mensonterende lijfstraffen, een intelligente sadist die niet stopte vooraleer het doel was bereikt. Een Joods verzetstrijder vertelt hoe hij door Barbie werd ondervraagd in Lyon en hoe die hem bij elke weigering om te antwoorden een tand uit de mond sloeg; een vrouw vertelt hoe ze op een nacht werd meegenomen, omdat ze joods was, en 48 uur op een blok ijs moest zitten op bevel van Barbie.
 
 
Met tientallen en tientallen foto’s illustreert Macdonald het leven van Klaus Barbie in Bolivië, de mensen waarmee hij omgang had en de milieus die hij frequenteerde. Er is nauwelijks sprake van een verborgen leven. Als Klaus Altmann voelde Barbie zich veilig in Zuid-Amerika. Het regime én de Amerikanen waren zijn garantiebewijs. Degenen die hem zgn. voor de rechter wilden brengen, wisten wel degelijk waar de man zich bevond. Terecht verweet zijn advocaat, de controversiële linkse activist Jacques Vergès, de Westerse landen hun hypocriete gedrag in deze affaire, want hadden ze zich ondertussen niet zelf in Algerije, Vietnam en Kongo schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid? Wat was het proces tegen Barbie meer dan een showcase, een Wiedergutmachungsstunt van de Franse president François Mitterand die tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf samenwerkte met het collaborerende regime in Vichy (Zuid-Frankrijk) dat hem in 1943 in de bloemetjes zette met de Francisque, de hoogste eervolle onderscheiding, voor bewezen diensten, een feit dat hij in de jaren vijftig nog zou ontkennen toen het aan het licht kwam.
 
Wat uiteraard niet betekent dat oorlogsmisdadigers ongestraft moeten blijven. In tegendeel, eenieder op deze planeet moet beseffen dat er sancties staan op het martelen, mishandelen en doden van medemensen. Het is evenwel een pijnlijke vaststelling dat zgn. democratische regimes er geen graten in zien om hun principes over boord te gooien als hen dat goed uitkomt, niet alleen inzake oorlogsmisdadigers, maar op alle terreinen van de internationale politiek. Denk aan de manier waarop de V.S. jarenlang het regime van Saddam Hoessein in Irak financieel en militair steunde tijdens de Iraans-Iraakse oorlog in het begin van de jaren tachtig, om hem nadien te verketteren, of aan de steun die Washington tijdens de Sovjetinvasie in Afghanistan (1979-89) aan de Moedjahedien leverde, de voorloper van de Taliban, om met 11/9 het deksel op de neus te krijgen. Wat dat betreft is My Enemy’s Enemy niet minder dan een prachtig uitgewerkt voorbeeld van een verfoeilijk systeem waarmee het Westen z’n suprematie tegen om het even welke prijs probeert te handhaven. So far so good, denkt u misschien, maar wat als die suprematie straks wordt gebroken, door China bijvoorbeeld, en wijzelf de speelbal worden van dergelijke praktijken?


BEELD EN GELUID
Deze documentaire is samengesteld uit divers bronmateriaal en dat beïnvloedt uiteraard de beeldkwaliteit. Sommige opnamen zijn helemaal oké, andere zijn korrelig, wazig, troebel, beschadigd, etc. De kleurenopnamen zijn soms verbazend goed (optochten van nazi’s tijdens WOII), andere keren is er sprake van verkleuring en te weinig licht (opnamen van Barbie in de gevangenis in La Paz). Het geluid, in se het commentaar, is duidelijk en helder, net zoals de recente interviews met getuigen van diverse pluimage. De footage moet het vaak zonder of met krakend geluid stellen. De 5.1-geluidstrack stelt weinig voor. Omdat dit geen feature film is, maakt het evenwel totaal niet uit.

EXTRA'S
Als extra bij deze documentaire krijgt u de Originele Trailer.

CONCLUSIE
De documentaire My Enemy’s Enemy is bijzonder goed gemaakt, goed gedocumenteerd en geïllustreerd met interessant fotomateriaal en releverende interviews. Wie interesse heeft voor het onderwerp vindt op deze dvd beslist zijn gading. Aanbevolen dus.



cover




Studio: A-Film

Regie: Kevin MacDonald
Met: Raymond Aubrac, Robert Badinter, Klaus Barbie, Ladislas De Hoyos, André Dussollier, René Hardy, Adolf Hitler, Beate Klarsfeld, Serge Klarsfeld, Bruno Masure, Jacques Vergès

Film:
8,5/10

Extra's:
1/10

Geluid:
8/10

Beeld:
7,5/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2007

Leeftijd:
12

Speelduur:
87 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
8716777923931


Beeldformaat:
1.66:1 PAL

Geluid:
Engels / Frans / Spaans / Duits Dolby Digital 5.1

Ondertitels:
Nederlands, Frans
Extra's:
• Originele Trailer

Andere recente releases van deze maatschappij