:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> TIEFLAND
TIEFLAND
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-04-05
FILM
De Duitse regisseur Leni Riefenstahl (1902-2003) is vooral bekend door haar documentaire films Der Sieg des Glaubens (1933) en Triumph Des Willens (1934/35) over de NSDAP-partijdagen in Nürenberg, indrukwekkende producties waarin ze de camera op een unieke manier hanteert (volgens tegenstanders afgekeken van andere regisseurs) en via een uitgekiende montage en met een bijzonder gevoel voor ritme en koele schoonheid de idealen van Hitlers cohort (gedrilde massa’s en een verheerlijkte leider) vereeuwigt. Zelf ontkende ze nadien alle persoonlijke en/of emotionele betrokkenheid en dat hield ze tot haar sterfdag op 101-jarige leeftijd vol, maar na de oorlog werd ze bestempeld als meeloper en kwam ze niet meer aan de bak als regisseur, noch als actrice. Vóór de oorlog was ze evenwel succesrijk in Duitsland. Ze was te zien in Der Heilige Berg (1925/26) van regisseur Arnold Fanck,waarvoor ze leerde bergbeklimmen en skiën, en die haar vervolgens de hoofdrol aanbood in z’n films Der Grosse Sprung (1927), Die Weisse Höle vom Piz Palü (1929), Stürme über dem Mont Blanc (1930) en Der Weisse Rausch (1930/31). Maar de voormalige danseres was ambitieus en al in 1931/32 debuteerde ze als regisseur met Das Blaue Licht waarvoor ze de idee leverde en waarin ze de hoofdrol voor haar rekening nam. In de periode 1936/38 trok ze de aandacht met de Olympia-documentaires Fest Der Volker en Fest Der Schönheit over de Olympische Spelen in Berlijn, opnieuw met een vooraanstaande plaats voor Hitler en de nazi-ideologie. In 1940 vangt ze aan met haar tweede film Tiefland, maar door omstandigheden (de oorlogshandelingen) zal ze die pas in 1953 afwerken op het moment dat haar op de stomme film geïnspireerde stijl grotendeels achterhaald is.
 
 
 
Arnold Fancks invloed op haar persoonlijke smaak en stijl is onweerlegbaar, want zowel Das Blaue Licht als Tiefland spelen zich af tegen de achtergrond van een hooggebergte waar het spel van wolken, wind en zonlicht voor een pak valse pathos en gezwollenheid zorgt, mede door gekunstelde en geaffecteerde acteerprestaties en bombastische muziek. Ook in Tiefland neemt Riefenstahl de hoofdrol voor haar rekening. Ze speelt tegelijk het arme slachtoffer én de onweerstaanbare heldin en dicht haar personage niet minder dan de rol van sociale werkster en halfgodin toe, een evolutie die zich in minder dan anderhalf uur voltrekt en die ook anno 1953 volstrekt ongeloofwaardig moet geweest zijn. De details zijn als volgt: de boeren in het dorp in de vallei (Tiefland) zitten zonder water voor hun landbouwgewassen en voor de huishoudelijke consumptie sinds Don Sebastian, Marquès de Roccabruna, het rivierwater heeft afgeleid voor zijn kudde stieren. De boeren smeken om begrip want de betaling van hun pacht komt in gevaar indien ze niet kunnen oogsten, maar de markies wuift hun bezwaren weg. Tegelijk onderhandelt z’n secondant met de burgemeester van het dorp over een eventueel huwelijk tussen diens dochter en de markies in ruil voor een schuldbrief van 35.000 douro die de burgemeester in zijn bezit heeft. Maar de markies heeft geen interesse in de dochter van de burgervader, tenzij wegens de ev. amortisatie van z’n schulden. Hij heeft een oogje op de jonge Spaanse bedeldanseres Martha (Leni Riefenstahl) die in de plaatselijke kroeg de mannen het hoofd op hol brengt met haar opzwepende lichaamsbewegingen. Martha wordt uitgenodigd op het kasteel en daar door de markies als het ware gevangen gehouden.
 
 
 
De jonge schaapherder Pedro (Franz Eichberger) heeft niets met vrouwen. Hij leidt een rustig leventje op een alp, ver van de intriges in het dorp. Op een dag haalt hij proviand op bij z’n familie en ziet heel toevallig Martha in actie in het café. Pedro is meteen verliefd en in de eenzaamheid van het gebergte droomt hij van het mooie meisje. Hij is dan ook heel verbaasd als hij niet lang nadien het aanbod krijgt om in dienst van de markies molenaar te worden. Bovendien wordt hem de hand van Martha aangeboden, niet wetende dat de markies ondertussen besloten heeft om toch maar met de dochter van de burgemeester te trouwen én Martha via een schijnhuwelijk met een ondergeschikte ter beschikking te houden voor z’n nachtelijke en buitenechtelijke escapades. Maar dat is zonder Pedro gerekend.
 
Het scenario van Tiefland is voorspelbaar en doorzichtig en de sociale context wordt op geen enkele manier uitgewerkt en dient louter om het slechte karakter van de markies in de verf te zetten, want noch de burgemeester, noch de mannelijke held, schaapherder Pedro, zijn met het lot van de boeren begaan. De ene denkt uitsluitend aan de titel die hij voor z’n dochter goedkoop op de kop tikt en de voordelen voor z’n eigen positie en status, de andere is tot over z’n oren verliefd en probeert de vrouw van zijn dromen tot elke prijs uit de handen van haar belager te houden. Het intrige over een halssnoer van de markies dat Martha in het geheim aan één van z’n pachters schenkt om de huur te betalen, is niet meer dan een poging om de sociale status van de Spaanse bedeldanseres via één goedgeplaatste scène te upgraden van zigeunerin tot voorbeeldige vrouw en acceptabele geliefde. De hele aanpak staat in schrik contrast met het professionalisme dat Leni Riefenstahl in haar films over de nazipartijdagen en later over de Olympische Spelen tentoonspreidde en die tot in onze tijd hun invloed laten gelden in videoclips en reclamefilmpjes, want ondanks de soms langdradige scènes en de vele herhalingen waren de documentaires uit de nazitijd stuk voor stuk staaltjes van grote technische inventiviteit en creativiteit die nergens te bespeuren zijn in haar fictiefilms. Die ademen nog helemaal de sfeer van producties uit de stille periode toen bij gemis van hoorbare dialogen een arsenaal van wijde gebaren en overdreven gelaatsexpressies de bedoelingen van regisseur en acteurs overbrachten op het publiek.
 
 
 
Veel aandacht gaat in Tiefland naar het decor van schrale alpenweiden tegen een achtergrond van hoge bergpieken, Spaans of Argentijns, maar qua uitzicht kon het even goed om de Alpen in het zuiden van Beieren gaan. De film begint met een scène waarin de jonge schaapherder Pedro een wolf wurgt die z’n kudde bedreigt. Hij is dus manhaftig en gevaarlijk, ondanks z’n prachtige krullenbol, z’n verleidelijke glimlach en z’n fijne gelaatstrekken; een man met wie men best rekening houdt tijdens een toekomstige confrontatie. Bovendien kan hij tegen een stootje, want in het gebergte is het leven niet altijd gemakkelijk wegens de koude, de felle wind en de verraderlijke stormen. Riefenstahl gebruikt de natuurelementen als zoveelste personage: een zon die verdwijnt achter de wolken, schuimende wolkemassa’s tegen een witte lucht, windvlagen die het stof op het dorpsplein hoog opwaaien, kletterende regenbuien, donder en bliksem, maar ze negeert soms kleine details, want in één scène zien we hoe Pedro op de stoep van z’n molenaarswoning zit en een aangroeiende storm het stof laat opbollen, terwijl uit de schoorsteen de rook zachtjes naar beneden dwarrelt. Of de scène waarin de vorige molenaar door z’n vrouw naar de rivier gewenkt wordt en daar met verbazing vaststelt dat de bedding droog ligt, terwijl hij daarvoor het molenrad moet passeren dat inmiddels niet meer draait! Het zijn details die de toeschouwer wellicht niet opvallen, maar fouten die een professionele regisseur zich niet kan permitteren.
 
 
 
De kwaliteit van de acteerprestaties is naar onze huidige normen niet zo bijzonder hoog, maar Leni Riefenstahl zelf brengt het er vrij goed vanaf (behalve in de scène waarin de markies haar slaat) en haar personage wordt vooral genekt door een heel erg ongeloofwaardig scenario. Bernhard Minetti (de markies) brengt een acceptabele invulling van z’n personage en kan – zoals door Riefenstahl voorzien – op geen enkel moment op de sympathie van de toeschouwer rekenen. Karl Skraup en Maria Koppenhöfer, respectievelijk de burgmeester en zijn dochter Donna Amalia, treden in een vijftal scènes op en zijn goed gecast voor rollen die ze met een grote professionaliteit spelen. Aribert Wäscher heeft iets van een monnik en is de wat geheimzinnige bedenker van de misleidende plannetjes van de markies, terwijl Max Holzboer een zeer geloofwaardige interpretatie brengt als de verongelijkte en opstandige molenaar Nataria. De Oostenrijker Franz Eichberger ten slotte, de jonge acteur die de rol van schaapherder Pedro voor zijn rekening neemt, is misschien wel degene die het minst aan de verwachting van de toeschouwer tegemoetkomt. Z’n manier van acteren is té uitbundig, té heroïsch en bijgevolg nauwelijks geloofwaardig. In de jaren vijftig mocht hij in Duitstalige films nog een paar keer als jager opdraven, maar als acteur overleefde hij dat decennium uiteindelijk niet, ondanks z’n looks.
 
 
 
Dat Tiefland uiteindelijk toch een interessante film blijft – en in Duitsland zelfs de ondertitel meisterwerk opgeplakt krijgt – heeft alles te maken met de unieke atmosfeer die Leni Riefenstahl oproept en die het midden houdt tussen geheimzinnigheid, fascinatie voor de natuurelementen, een haast absurde neiging tot heldenverering en een grote voorliefde voor barokke pathos en sentimentaliteit. Anderzijds is een Riefenstahl-decor met niets anders te vergelijken en in Tiefland gaat de voorkeur duidelijk naar indrukwekkende zwarte rotsformaties tyegen een witte achtergrond en kale landschappen in beige, bruin en oranje (maar dat is een persoonlijke overweging, want Tiefland is uiteraard een zwart-witfilm). Naar deze film kijk je dan ook voor de vormgeving, voor de ambiance en de stemming, eerder dan voor het belabberde en kleverige scenario.
 
BEELD EN GELUID
Voor een film die bijna zestig jaar oud is (sinds de release in 1953) is er sprake van een uitstekende beeldkwaliteit. Het aantal ongerechtigheden wordt beperkt tot een wit vlekje hier en daar, maar grote beschadigingen (verticale lijnen, vuil op de filmrol, ed.) zijn verwijderd. De film trilt een enkele keer waardoor we eens te meer beseffen dat het hier om een echt museumstuk gaat en dat nemen we er in dit geval uiteraard graag bij. Tiefland is bijna bejaard en dat mag ook af en toe blijken. Het geluid is er in verhouding beter aan toe en de soundtrack met de Wiener Symphoniker klinkt zelfs uitstekend, ondanks wat kraakjes en ruis. Deze Arthaus-uitgave heeft jammer genoeg geen Nederlandse ondertitels, zelfs geen Duitse voor gehoorgestoorden. Anderzijds is de hoeveelheid dialogen eerder beperkt – nog zo’n kenmerk uit de stillefilmperiode – en is het verhaal ook zonder veel kennis van de Duitse taal goed te volgen.
 
 
EXTRA’S
Een Biografie van Leni Riefenstahl (tekstschermen), Productiegegevens (tekstschermen) en een Uitgebreide Trailer.
 
CONCLUSIE                               
Meer dan een 6.5/10 kunnen we deze film niet toekennen wegens een verouderde aanpak en een eerder slap scenario. Vooral bakvissen en meisjes (tot 21 jaar) zullen zich nog kunnen inleven in de sentimentele aanpak van Leni Riefenstahl, voor de rest is Tiefland eerder geschikt voor liefhebbers van haar oeuvre en voor wie de Europese filmgeschiedenis bestudeert.



cover



Studio: Arthaus

Regie: Leni Riefenstahl
Met: Bernard Minetti, Leni Riefenstahl, Aribert Wäscher, Karl Skraup, Maria Koppenhöfer, Franz Eichberger, Luis Rainer, Frida Richard, Max Holzboer

Film:
6,5/10

Extra's:
1/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
7/10


Regio:
2

Genre:
Drama

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
1954

Leeftijd:
12

Speelduur:
94 min.

Type DVD:
SS-SL

Barcode:
4006680031729


Beeldformaat:
1.33:1 PAL

Geluid:
Duits Dolby Digital Mono

Ondertitels:
geen
Extra's:
• Biografie Leni Riefenstahl
• Produktionsnotizen (tekst)
• Trailer

Andere recente releases van deze maatschappij