:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> INTO ETERNITY
INTO ETERNITY
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-07-12
DOCUMENTAIRE
In 2004 zijn in West-Finland de graafwerken begonnen voor een vier kilometer lange tunnel in een rotsformatie, spiraalvormig tot op een diepte van 400 meter en vervolgens tot op 520 meter waar een uitbreidbare opslagruimte voor nucleair afval wordt gebouwd. Volgens de plannen zal de bouw pas in de 22ste eeuw klaar zijn, binnen 100 jaar dus, want met z’n vier kerncentrales produceert Finland een massa afval dat buiten het bereik van levende wezens moet worden gehouden en dus veilig behoort te worden opgeborgen. Het goedje blijft immers minstens 100.000 jaar levensgevaarlijk voor mens, dier en plant. Na die periode van 100 jaar wordt de bergruimte hermetisch gesloten, de tunnel weer opgevuld met puin en het landschap in z’n oorspronkelijke staat hersteld en het is de bedoeling dat die toestand onveranderd blijft gedurende de komende 100 millennia.
 
 
Nucleair afval is het restproduct van kerncentrales voor de opwekking van elektriciteit, maar ook van de (medische) industrie, van ziekenhuizen, wetenschappelijke centra, militaire installaties, etc. De afvalberg wordt wereldwijd geschat op ruim 250.000 ton, materiaal dat in het beste geval onderwater wordt bewaard (want water houdt de straling tegen) in dure koelinstallaties, maar waarvoor men op termijn een andere en goedkopere oplossing moet vinden, want anders betalen toekomstige generaties de prijs voor de keuzes van hun verre voorouders. In 2000 werd in Finland beslist dat het eigen kernafval ook op het eigen grondgebied moet worden opgeslagen, vandaar het Onkalo-project (in de buurt van de vier kernunits), waarbij Onkalo zoveel betekent als grot of uitgraving.
 
 
Maar ook als men de last niet wil doorschuiven naar de komende generaties is er een probleem voor de komende 100 jaar, want tot de dag van de definitieve sluiting zal Onkalo handen vol geld kosten. Net zoals de rest van de wereld kan Finland niet zonder kerncentrales voor de opwekking van elektriciteit en dus blijft het afval zich opstapelen, tenminste tot op het moment dat uranium (de voornaamste grondstof bij de productie) wereldwijd uitgeput is. Ondertussen breken specialisten zich het hoofd over hoe ze generaties ver in de toekomst duidelijk kunnen maken dat Onkalo onder geen enkele voorwaarde mag heropend worden, want net zoals wij alles willen weten over de Egyptische piramiden, zullen er wellicht altijd nieuwsgierige wetenschappers en schattenjagers zijn die de waarschuwingen in de wind slaan. En wat als men in de toekomst niet over dezelfde wetenschappelijke kennis beschikt als wij vandaag en men misschien vermoedt dat er een schat of geheime wijsheid verborgen ligt in Onkalo en dus gaat boren, wat niet onmogelijk is voor een primitieve(re) samenleving. Al eeuwenlang boren volkeren tot diep onder de grond op zoek naar bruikbare grondstoffen (steenkool bijv.). en misschien trekken zgn. waarschuwende markers nieuwsgierigen en fortuinjagers eerder aan? Volgens de Finnen zou het ideaal zijn mocht men het bestaan van Onkalo in de loop der tijd vergeten. Wat niet weet, wat niet deert, of toch? Maar wellicht zijn er tegen die tijd op verschillende plaatsen op aarde soortgelijke installaties en hoe voorkomt men dat ooit eentje daarvan ontdekt en opengemaakt wordt? Bovendien is het best mogelijk dat het levensgevaarlijke goedje over heel lange tijd waardevol wordt, want het bevat grote hoeveelheden uranium, plutonium, cesium en andere elementen die wellicht schaars zullen zijn?
 
 
Veel vragen en weinig antwoorden, in elk geval onvolledige en twijfelachtige antwoorden, want ook de beste wetenschapper kan niet in de toekomst kijken en kan zich geen voorstelling maken van de kenmerken van een samenleving duizenden of zelfs tienduizenden jaren in de toekomst. 100.000 jaar in de toekomst is overigens een langer afstand dan tussen ons en de neanderthaler. Hoe zou de neaderthaler ons hebben kunnen duiden? Wat we dus ook doen, welke voorzorgsmaatregelen we ook nemen, op het lot van ons kernafval in relatie tot de mens uit de verre toekomst hebben we totaal geen vat en het is precies daarover dat documentairemaker Michael Madsen zich vragen stelt in Into Eternity: hoe voorkomen dat de knowhow over nucleaire centrales en kernafval in de loop der eeuwen verloren gaat en men in de toekomst per abuis een onomkeerbare wereldramp veroorzaakt? Z’n gesprekspartners (politici, wetenschappers, toezichthouders van Onkalo) zijn stuk voor stuk specialisten ter zake, maar ook zij hebben geen glazen bol en bovendien zijn ze verdeeld over de meest efficiënte aanpak: sommigen willen markers, anderen zien meer heil in vergetelheid. Ze zijn het er wel over eens dat Onkalo voorlopig de beste oplossing is, want het zgn. Noordse bedrock is al sinds honderdduizenden jaren stabiel en de maatregelen die worden genomen zijn waterdicht. Alleen de mentaliteit van onze nakomelingen baart de meesten onder hen zorgen. In dat verband maakt één van de sprekers een mooie vergelijking met een runesteen die ooit in Noorwegen is gevonden. Op het artefact stonden allerlei tekens waaruit geologen konden opmaken dat het om een waarschuwing ging: draai deze steen niet om, want dan wacht u een ramp. Uiteraard sloegen de betrokken wetenschappers die verwittiging in de wind.
 
 
Regisseur Michael Madsen heeft belangrijke en interessante specialisten kunnen interviewen die nauw betrokken zijn bij het Onkalo-project, waardoor de discussie op niveau en ter zake wordt gevoerd. Bovendien heeft hij zowel de Finse koelinstallaties voor nucleair afval als de werkzaamheden in de ondergrond van Onkalo mogen filmen. Het levert origineel en boeiend materiaal op, want het gaat niet om smalle en benauwde mollengaten, maar om U-vormige gangen ter grootte van de zijbeuken van een kathedraal waarin hij tot tweemaal toe de dynamietexplosies in de rotsformaties heeft mogen bijwonen en op video vastleggen. Tussendoor vat hij de discussie samen bij het licht van een lucifer om vervolgens het blikveld te verruimen met nieuwe discussiepunten en veronderstellingen. Het commentaar heeft ie in briefvorm geschreven, als een boodschap voor de toekomst, waarbij hij vooral aandacht heeft voor filosofische en existentiële vragen die het project oproept. Want hoe groot is de kans dat men over tienduizenden jaren nog één van de ons bekende talen spreekt, dat de maatschappijvorm op de onze lijkt, dat de levensvorm an sich nog te vergelijken is met de onze?
 
 
Naar aanleiding van de kernramp in het Japanse Fukushima in het voorjaar van 2011 is de discussie over kerncentrales en kernenergie opnieuw opgelaaid. Plannen om de installaties te sluiten zijn bij ons en in onze buurlanden na ernstige voornemens in de periode kort na het drama in Tsjernobyl weer opgeborgen, men praat nu over stresstests en groene alternatieven, maar iedereen beseft dat je een hoogtechnologische en energieverslindende maatschappij niet van vandaag op morgen kan overschakelen op elektriciteit van windmolenparken en waterkrachtcentrales. Wellicht hebben we na Tsjernobyl te lang geaarzeld om daadkrachtig op te treden wegens de hoge kosten en de druk van de kernlobby, net zoals dat in de oliesector het geval is. Ondertussen stapelt het levensgevaarlijke goedje zich op en in een gevaarlijke wereld als de onze is het niet ondenkbaar dat terroristen zich meester maken van nucleair afval om dood en vernieling te zaaien. Vandaar dat stockeren onder de grond op zich geen slecht idee is, want erboven is de toestand té instabiel. Daarom dromen sommigen ervan om het afval met raketten de ruimte in te sturen in de richting van de zon. Maar wie garandeert ons dat zo’n tuig niet op de lanceerinstallatie ontploft? Of in de bovenste luchtlaag?
 
 
Madsens documentaire is een zeer gestileerde film geworden, deels omdat de koelinstallaties voor nucleaire isotopen zich daarvoor qua architectuur en inrichting uitstekend lenen met hun strakke horizontale en verticale lijnen, deels ook omdat hij de rest van de opnamen bewust in dezelfde stijl heeft gedraaid, waardoor het eindproduct een zeer cleane, smetteloze en hoogtechnische indruk maakt, terwijl er inhoudelijk toch altijd voor gezorgd wordt dat de kijker op elk moment de discussie en de uiteenzetting kan volgen. Daardoor is Into Eternity prachtige visuele en inhoudelijk adembenemende ervaring voor wie zich aangesproken voelt door het onderwerp.
 
 
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze documentaire is bijzonder goed met strakke kleuren en diepe zwarten. In de koelinstallaties en in de ondergrondse gewelven hangt een spookachtige sfeer die de maker nog benadrukt door ook zijn persoonlijke tussenkomsten in het licht van een simpele lucifer te filmen. Het geluid staat in een 2.0-versie, wat meer dan voldoende is voor een documentaire. Voor de muziek is de keuze bijna spreekwoordelijk op o.a. Kraftwerk gevallen met als toemaatje eigentijdse muziek van klassieke componisten.
 
EXTRA’S
Geen
 
 
CONCLUSIE                               
In Into Eternity schildert regisseur Michael Madsen een problematisch toekomstbeeld over de veiligheid van ons kernafval aan de hand van beeldmateriaal dat hij kon maken in de Onkalo-opslagplaats voor nucleair afval in het Westen van Finland. Z’n conclusie is duidelijk: we moeten ophouden met de productie van dat goedje, want het blijft de komende 100.000 jaar gevaarlijk voor alles wat op deze planeet leeft. Maar wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil?



cover




Studio: Filmfreaks

Regie: Michael Madsen
Met: Carl Reinhold Brakenhjelm, Mikael Jensen, Berit Lundqvist, Michael Madsen, Wendla Paile, Esko Roukola, Sami Savonrinne, Timo Seppälä

Film:
8,5/10

Extra's:
0/10

Geluid:
8,5/10

Beeld:
9/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2010

Leeftijd:
AL

Speelduur:
75 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
9789058499295


Beeldformaat:
1.85:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels Dolby Surround 2.0


Ondertitels:
Nederlands
Extra's:
• geen

Andere recente releases van deze maatschappij