:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> 2010 - THE YEAR WE MAKE CONTACT
2010 - THE YEAR WE MAKE CONTACT
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2014-09-02
FILM
16 jaar na Stanley Kubrick draaide regisseur Peter Hyams het vervolg op diens 2001: A Space Odyssey. Hij noemde z’n sequel heel toepasselijk 2010: The Year We Make Contact, want het verhaal speelt zich 9 jaar later af op het moment dat een nieuwe ploeg zich richting Jupiter spoedt om na te gaan wat er is gebeurd met de bemanning van de Discovery en waarom de computer zich uiteindelijk heeft uitgeschakeld. Het verhaal is opnieuw gebaseerd op Arthur C. Clarke’s sciencefictionkortverhaal The Sentinel, maar heel erg belangrijk is dat niet, Kubricks scenario – trouwens in samenwerking met Clarke – was ook niet meer dan losjes verwant met het originele kortverhaaltje. Peter Hyams nam grote risico’s, want 2001: A Space Odyssey was ondertussen uitgegroeid tot een klassieker en kreeg het statuut van allerbeste sciencefictionfilm ooit, ook al begrepen wellicht weinig kijkers de haast esoterische boodschap van de finale. Op het hoogtepunt van de hippiebeweging viel Kubricks film evenwel niet in dovemansoren; het is alleen de vraag of hij kan overleven in totaal andere omstandigheden en onze hoofdredacteur Werner is één van die mensen die daar een duidelijke mening over heeft, want hij durft te beweren dat 2001: A Space Odyssey (en wij citeren) …“
pretentieuze en onverteerbaar afstandelijke drab” is. Filmcriticus Roger Ebert van de Chicago Sun-Times was destijds vooral onder de indruk van de “poëzie” van de film en wellicht waren het vooral het production design en de serene en verstilde sfeer plus de imposante muziek die mening kijker over de streep trokken, samen met de mysterieuze toon overigens, want halfweg was het wel duidelijk dat elke poging om tot een rationele uitleg te komen faliekante gevolgen zou hebben voor 2001. De keuze voor de foetus was met andere woorden de minst slechte oplossing, maar niet te min onbegrijpelijk voor wie weigert om de realiteit los te laten.

 

Enfin, realisme was vanaf het begin een probleem in 2001 als gevolg van de hiëroglifische zwarte zuil die de Amerikanen op de maan aantroffen en waarvoor geen redelijke uitleg te verzinnen viel. In 2010 zijn het verrassend genoeg de Russen die aan zet zijn. Zij hebben een ruimteschip ineengeknutseld om naar Jupiter te vliegen, maar ze beschikken over te weinig informatie omtrent de omstandigheden ter plaatse en vooral over de kuren (en de programmatuur) van de Hal 9000-computer om het project aan te vatten. Bovendien is de Discovery Amerikaans grondgebied en dus dreigt er een diplomatieke rel indien de Russen zich toegang zouden verschaffen tot het ruimteschip. Er wordt overleg gepleegd en de Amerikanen – die op korte termijn geen opvolger hebben voor de Discovery – zijn bereid om 3 landgenoten mee te sturen ondanks het slechte politieke klimaat, want een Cuba-achtige crisis in Honduras heeft Amerikanen en Russen lijrecht tegenover elkaar geplaatst en tegen de tijd dat de astronauten in een baan om Io, één van de manen van Jupiter, terechtkomen, is er zelfs sprake van een Russische oorlogsverklaring aan het adres van Washington. Ter plekke zorgt een enorme zwarte zuil met een lengte van 2 km, die tussen Jupiter en z’n manen drijft en die voor de rest een identieke (zij het gigantisch veel grotere) kopie lijkt te zijn van de zuil die destijds op de maan is ontdekt, voor een mysterie. Maar als u de foetus al een wat softe oplossing vond in 2001, dan zal de boodschap die regisseur Peter Hyams voor u in petto heeft voor de finale van 2010 diep ontgoochelen, want die past misschien uitstekend in de jaren 80, maar anno 2014 is ze niet minder dan heel erg naïef en bijgevolg een totale afknapper.

 

Maar 2010: The Year We Make Contact is technisch een veel interessantere film dan z’n voorganger, want de makers konden profiteren van ervaringen die men bij NASA had opgedaan tijdens ruimtereizen sinds het begin van de jaren 70, waardoor de ruimtevaart sinds de ruimtewandeling van Neil Armstrong op 20 juli 1969 sterk was geëvolueerd. Bovendien lanceerden ESA en NASA tijdens het draaien van 2010 samen het allereerste spacelab in een baan om de aarde en waren er al plannen én schetsen voor een uitgebreid ruimtestation in een latere fase. Daarmee konden de makers van 2010 hun voordeel doen en de film ziet er dan ook veel spectaculairder uit dan de wat dromerige versie van Kubrick, die overigens veel meer op sfeer inzet. Zowel de beelden in het Russische ruimteschip als daarbuiten zijn zonder meer verbluffend en wat u van Io en Europa (die andere maan van Jupiter) te zien krijgt is gewoon prachtig. Voor de opnames in de Discovery neemt Peter Hyams geen risico’s en dus ziet u z’n astronauten in het decor van Stanley Kubricks 2001, waardoor de continuïteit verzekerd is én je als kijker 2010: The Year We Make Contact ook echt accepteert als de sequel.

 

Keir Dullea (The Good Shepherd, 2006) is opnieuw van de partij in de rol van Dave Bowman, destijds de commandant van de Discovery en Douglas Rain mag opnieuw de stem van de Hal 9000-computer voor z’n rekening nemen. De hoofdrol in 2010 is weggelegd voor Roy Scheider (All That Jazz, 1979), die in de huid van de Amerikaanse teamleider Dr. Heywood Floyd kruipt. Z’n tweekoppig team bestaat uit John Lithgow (Dexter seizoen 4, 2009) als Dr. Walter Curnow en Bob Balaban (Jakob The Liar, 1999) als Dr. R. Chandra, de man die alles weet over de Hal 9000-computer. De Russische commandant Tanya Kirbuk ten slotte wordt gestalte gegeven door een uitstekende Helen Mirren (The Comfort of Strangers, 1990; The Queen, 2006), die in de film de hele tijd Russisch praat met haar team en met het vluchtleidingscentrum in Moskou en die haar minachting voor de Amerikaanse bemanningsleden niet onder stoelen op banken stopt.

 

2010: The Year We Make Contact is jammer genoeg een misleidende titel. Contact wordt er nl. niet gemaakt. Met wie of waarmee zou men overigens contact moeten maken? Het zou de film devalueren tot een wegwerpsprookje van Steven Spielberg. Wat dat betreft slaat regisseur Peter Hyams de bal in dezelfde mate mis als voor wat betreft de oplossing van het mysterie omtrent de gigantische zwarte zuil tussen Jupiter en z’n manen. Hij had beslist een betere beurt gemaakt met een uitkom à la Kubrick, want z’n alternatief is slap en weinig origineel en bovendien biedt het geen antwoord op de laatste boodschap van Dave Bowman op het einde van 2001: “Mijn God, er zijn overal sterren!”. Jammer.

 

BEELD EN GELUID
Heel veel CGI in deze film en nog van goede kwaliteit ook. Om het allemaal acceptabel te maken is er wel voor gekozen om de opnamen in de ruimte erg donker te maken – overigens is het in de ruimte in werkelijkheid ook piekdonker – waardoor het af en toe niet duidelijk is wat we zien en vanuit welk standpunt, etc. Technisch is er sprake van een uitstekende transfer zonder de minste ongerechtigheden. De soundtrack van 2001: A Space Odyssey overtreffen of zelfs maar evenaren was een onmogelijke opdracht en dat probeert de regisseur dan ook niet. Het bekende fragment uit Richard Strauss’ Also Sprach Zarathustra is behouden, maar voor de rest heeft hij een beroep gedaan op David Shire (Saturday Night Fever, 1977) voor de acceptabele soundtrack.

 
EXTRA’S
Geen
 
CONCLUSIE
2010: The Year We Make Contact is minder pretentieus dan 2001: A Space Odyssey, spannender en visueel een flink stuk interessanter wegens de technische snufjes die de kijker via de special effects aangeboden krijgt. Zelfs anno 2014 is het materiaal wat dat betreft nauwelijks verouderd, al stellen we ons ruimtetuigen sinds District 9 (2009) en Skyline (2010) wel anders voor. Alleen met een finale à la Stanley Kubrick, omzwachteld en mysterieus dus, was deze film tot een goed einde te brengen, want zeg nu zelf, welke acceptabele uitleg is er te bedenken voor een zwarte zuil van ruim 2 km die plots tussen Jupiter en z’n manen Io en Europa zweeft en die voor de toekomst van de mensheid van essentieel belang zou kunnen zijn? 




cover



Studio: Warner

Regie: Peter Hyams
Met: Roy Scheider, John Lithgrow, Helen Mirren, Bob Balaban, Keir Dullea, Douglas Rain

Film:
6,5/10

Extra's:
0/10

Geluid:
8/10

Beeld:
8,5/10


Regio:
2

Genre:
Sciencefiction

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
1984

Leeftijd:
AL

Speelduur:
111 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
7321931650533


Beeldformaat:
2.35:1 PAL

Geluid:
Engels Dolby Digital 5.1
Frans Dolby Digital 5.1
Italiaans Dolby Digital 5.1


Ondertitels:
Nederlands, Frans, Duits, Engels, Arabisch, Spaans, Portugees, Roemeens, Bulgaars, Italiaans, Engels & Italiaans voor Gehoorgestoorden
Extra's:
• geen

Andere recente releases van deze maatschappij