POWAQQATSI
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-08-22
DOCUMENTAIRE
Powaqqatsi is een woord uit de taal van de Hopi-Indianen en betekent zoveel als
Leven In Beweging,
Leven Dat Verandert. Regisseur Godfrey Reggio, een uitgetreden priester, brengt in deze film verslag uit over de invloed van mechanisering en technologie op de samenlevingen van de Derde Wereld. Jarenlang heeft hij door Azië, Afrika, het Midden Oosten en Zuid-Amerika gereisd met het doel het verval en de desintegratie van die maatschappijen, maar ook hun sterke culturele onderstromen, spirituele waarden, kunstzinnigheid en creativiteit in beeld te brengen: de globale cultuur.
Powaqqatsi is het tweede deel van de zgn.
Qatsi-Trilogie, waarvan de beide andere delen
Koyaanisqatsi en
Naqoyqatsi respectievelijk in 1983 en 2002 verschenen.
Powaqqatsi begint heel sterk met beelden van de garimpeiros of goudwassers in het Braziliaanse Amazonewoud die met tienduizenden de steile modderige wanden van de openluchtmijnen op- en afklimmen met zakjes slijk op hun schouders in de hoop de gele steentjes te vinden. De leefomstandigheden zijn er bar. De werknemers lopen de hele dag met alleen een lendendoek om onder een brandende zon en hun voeten staan bijna voortdurend in het water. Philip Glass componeerde de muziekscore en cameraman Leonidas Zourdoumis daalde met zijn camera 500 meter diep in de mijn af om op het tempo van de muziek de bijpassende beelden te maken. De fragmenten van een garimpeiro die gewond raakt aan het hoofd door een vallende steen en door twee collega's de glibberige hellingen wordt opgedragen is pure kunst, een eigentijdse kruisdraging, een dramatische scène met piëta, vertraagd en onderstreept met toepasselijke muziek. Grandioos en emotionerend.
Maar Philip Glass, die vanaf het begin wordt betrokken bij de productie en met Godfrey Reggio meereist naar sommige van de locaties (of ze apart bezoekt), componeert ook voor de rest van de film indrukwekkende muziek die afgewisseld wordt met etnische geluiden op de locaties zelf. Zijn compositie
Powaqqatsi voor orkest en koor, klinkt minder dreigend en minder bezwerend dan het hoofdthema uit
Koyaanisqatsi, maar geeft zijn eigen kracht en drive aan de beelden die passeren. Door de intense samenwerking sluit de soundtrack veel beter aan bij de beelden en is het niet altijd duidelijk of eerst de muziek of eerder de beelden gemaakt zijn. De minimalistische grootmeester Philip Glass is hier duidelijk in zijn element en laat dat op elk moment in de textuur van de compositie en de klanken van de gebruikte instrumenten doorsijpelen.
Godfrey Reggio kreeg bij de première van
Powaqqatsi het verwijt dat hij de armoede en de achterstelling van de Derde Wereld idealiseert en verheerlijkt. Zelf heeft hij dat altijd ontkent, toch lok je als regisseur dit soort opmerkingen uit wanneer je de Derde Wereld toont in prachtige beelden en het lelijke, het vuile en het armmoedige bewust achterwege laat. De mensen die we zien zijn soms oud, lelijk en eenvoudig gekleed, maar nooit gaat het over mannen en vrouwen die armen en benen kwijt zijn door landmijnen, over kinderen die hun ouders verloren door aids in Zuid-Afrika, het leed van soldaatkinderen in Oeganda, de kinderhoertjes van Thailand en Indonesië, de straatkinderen van Zuid-Amerika. Als iemand een eerlijke evocatie van de Derde Wereld wil maken, dan is
Powaqqatsi niet meteen de beste manier en in feite een slag in het water: de fragmenten sluiten niet op elkaar aan, er is geen duidelijk script dat de kijker logisch kan volgen qua verhaal, verloop en ontwikkeling (wat bij
Koyaanisqatsi wél het geval was), de opnamen zijn kriskras door elkaar gemonteerd zonder overgangen of uitleg, geselecteerd op hun esthetische waarde eerder dan op de inhoudelijke.
Powaqqatsi heeft iets van een toeristische brochure, iets van een rijke westerling met te veel geld die zijn schuldcomplex wil afkopen. Hij geeft in elk geval een totaal irrelevant beeld van het leven in de Derde Wereld, met veel New Age-achtige trekjes en boordevol wollensokkenwijsheid.
BEELD EN GELUID
Het beeld van deze film is uitstekend. Elk fragment is geselecteerd op mooi-zijn. We zien schimmige menselijke figuren in een grijze en mistige achtergrond, strakke torengebouwen en woonflats in Hong Kong, kleuren van droogte en vochtigheid, exotische stranden en kabbelend water, allemaal in felle en contrastrijke kleuren en tinten.
Powaqqatsi is een streling voor het oog. Het geluid beperkt zich hoofdzakelijk tot de ritmische en opzwepende geluidsband van Philip Glass, nu en dan onderbroken voor een Arabische gebedszang of een Afrikaans houtinstrument. Af en toe is er gebruik gemaakt van het originele geluid van de filmopnamen. Het geluid staat in 5.1 en is dieper en voller dan in de vorige film met felle contrasten tussen stille en luide passages. Een hele verbetering.
EXTRA’S
In de extra
Impact of Progress doet regisseur Godfrey Reggio de ontstaansgeschiedenis van deze film uit de doeken en vertelt over de betrokkenheid van Philip Glass. Hij wijdt heel ruim uit over zijn ideeën achter de film en de bedoeling ervan. Philip Glass praat over zijn manier van componeren als gevolg van de nauwe samenwerking. Ook de originele bioscooptrailer en die van
Koyaanisqatsi staan op de dvd.
CONCLUSIE
Powaqqatsi is visueel en inhoudelijk een veel minder goede film als Reggio’s kaskraker
Koyaanisqatsi. De opnamen zijn uitstekend en de muziek is opnieuw indrukwekkend, maar een spannend visueel verhaal zoals in de eerste film ontbreekt volledig. De beelden kabbelen rustig voort en een tijdlang kunnen ze de belangstelling vasthouden. Naargelang het duidelijk wordt dat hier sprake is van een toevallige collage van mooie beelden zonder veel samenhang – ondanks de mooie theorie die Godfrey Reggio verkondigt - slaat de verveling toe.
Powaqqatsi zit samen met
Koyaanisqatsi in één dvd-box.