:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> SOUND OF THUNDER, A
SOUND OF THUNDER, A
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2005-12-07
FILM
In 2055 is Time Safari, het hi-tech bedrijf van de immorele geldwolf Charles Hatton (Ben Kingsley) hét ultieme tijdverdrijf voor de extremely fucking rich die niet weten waar ze met hun geld naartoe moeten, en de geneugten van dvd-giftsets nog niet hebben ontdekt. Voor een bescheiden bedragje met een cijfer of zeven, acht maakt Hatton het mogelijk om onder begeleiding een tijdreis te maken naar het krijttijdperk, alwaar de multimiljonairs hun overschot aan testosteron kwijt kunnen door een dinosaurus neer te leggen. Uiteraard zit hier een immoreel kantje aan, en ontwerpster Sonia Rand (Catherine McCormack), die de computer heeft uitgevonden die het hierboven beschreven technisch hoogstandje mogelijk maakt, voert actie tegen het tijdreizen, niet omdat de jagers die arme beestjes neerschieten, maar omdat ingrijpen in het verleden, om het met de woorden van Doc Brown uit de Back To The Future-trilogie te zeggen, het tijd-ruimtecontinuüm onherstelbaar kan beschadigen. Om zijn geweten te sussen heeft Hatton wetenschapper Travis Ryer (Edward Burns) ingehuurd om de tijdreizigers te begeleiden, en om het risico op een tijdparadox te vermijden, schieten de jagers altijd op dezelfde allosaurus die vijf minuten later toch in een moeras zou zijn weggezakt, en vervolgens door een vulkaanuitbarsting onder de lava zou zijn bedolven. Een dergelijke kolos vijf minuten voor zijn einde neerleggen kan toch geen dramatische gevolgen hebben voor de toekomst, toch? Ja, toch wel; bij één van de laatste trips naar het verleden weigert één van de wapens, en de onervaren safari-klanten panikeren en begaan een fatale misstap waardoor gans de evolutie op de helling komt te staan. We gaan hier, in tegenstelling tot de hoes van de dvd, de clou niet verraden, voor wie het boek van Bradbury niet gelezen heeft. Feit is wel dat, net als rimpels op het water waarin een steen werd gegooid, gigantische tijdsgolven het heden overspoelen, waarbij de evolutie als een ajuin wordt afgepeld, en de mensheid elke keer een stapje dichter bij de totale uitsterving komt, ten voordele van een soort die doorgeëvolueerd is vanuit de dinosauriërs, en ergens het midden houdt tussen deze laatste en primaten. Samen met zijn collega's Jenny (Jemima Rooper) en Payne (David Oyelowo) probeert Travis uit te zoeken wat er precies fout is gegaan, en een mogelijkheid te vinden om terug te reizen naar het ogenblik juist daarvoor, om de fataliteit te herstellen. Uiteraard ontdekt hij gaandeweg dat Hatton in zijn onverzadigbare zucht naar winst er qua veiligheidsmaatregelen de kantjes heeft afgelopen.



Wanneer je deze film bekijkt, is je eerste indruk dat dit een samenraapsel is van Jurassic Park, Timeline en Sliders waarin alle clichés over alternatieve universums en de gevolgen op het heden van ingrepen in het verleden op één hoopje worden gegooid. Wie dan wel schatplichtig is aan wie, is nog maar de vraag, want het kortverhaal A Sound Of Thunder van Ray Bradbury, afkomstig uit de bundel The Golden Apples Of The Sun dateert uit 1953! Bradbury is een visionaire schrijver, die onder meer sci-fiklassiekers als Fahrenheit 451 en The Martian Chronicles op zijn naam heeft staan, alsook pulpklassiekers als It Came From Outer Space. Bradbury heeft ook zijn naam verbonden aan TV-reeksen als The Ray Bradbury Theatre en The Twilight Zone, en wordt nog altijd beschouwd als één van de invloedrijkste, nog in leven zijnde contemporaine science fiction-auteurs.



Enorm veel verhalen over tijdreizen zijn schatplichtig aan deze A Sound Of Thunder. Zelfs Homer Simpson moet in Treehouse Of Horror V na een soortgelijk incident als in deze film ondervinden hoe het is om in een wereld te leven waarin Ned Flanders de onbetwiste heerser over de aarde is geworden. Een verfilming van deze klassieker stond dan ook al jaren in de steigers, maar de éne na de andere ramp trof de productie. De originele filmmaatschappij ging bankroet, de set werd bij herhaling vernield door de overstromingen in Tsjechië in 2002, en regisseur Renny Harlin besloot ter elfder ure om toch maar te kiezen voor Mindhunters. Maar de producenten drukten door, en de film moest en zou er komen; uiteindelijk werd regisseur Peter Hyams, bekend van onder meer Capricorn One en End Of Days, bereid gevonden om de film af te maken. Hyams had al ervaring met onverfilmbaar geachte sci-fiklassiekers opgedaan met 2010: The Year We Make Contact van Arthur C. Clarke aanvaardbaar te bewerken, en was dus bij uitstek de geschikte regisseur voor deze job.



Maar één wel bijzonder zware randvoorwaarde heeft het uiteindelijke resultaat van deze film gehypothekeerd: het geld was compleet op. En dat is er aan te merken: verhaalsgewijs straalt de film nog wel het apocalyptische doemdenken van Bradbury uit, maar op de manier waarop de speciale effecten in beeld werden gebracht, is duidelijk te zien dat het geld op was. Voor de allosaurus waar bijvoorbeeld op gejaagd wordt, wordt duidelijk tweemaal dezelfde footage gebruikt, die dan nog erg doet denken aan de stop motion-technieken van Ray Harryhaysen, en niet alleen in dit, maar ook in zowat élk shot met speciale effecten is te merken hoe fake het geheel wel is. In plaats van realistisch uitziende decors, moeten we het stellen met blue screen-projecties van een majestueuze stad, waarin duidelijk speelgoedtreintjes rondrijden die iemand van de crew nog van de zolder heeft gehaald. Ook is het gebrek aan deftige props voor de speciale effecten gemaskeerd door zowat de halve film in de duisternis te filmen, wat de film wat voorspelbaar maakt, want je ziet zo aankomen hoe de protagonisten in hun ongeluk lopen wanneer ze alweer een dreigend uitziende plant moeten trotseren. Natuurlijk, terend op het succes van films als Sin City en Sky Captain And The World Of Tomorrow is er een nieuwe wind in cinema-land aan het blazen om films te maken die volledig op blue screen en in de studio zijn geschoten, in sommige gevallen zelfs met al overleden acteurs - zie Laurence Oliver in het laatste voorbeeld. Als zoiets deftig gedaan moet worden, moet er echter in het creëren van dergelijke speciale effecten ongeveer even veel geld gepompt worden als in het bouwen van een echte set. En alhoewel een dergelijke keuze kan ingegeven zijn door artistieke motieven, is dat hier duidelijk gedaan uit niets anders dan geldnood. Hoe ironisch.



Dit alles is initieel zeer jammer, want het verhaal heeft best wel een interessant kantje, en bepaalde aspecten ervan, zoals het feit dat de mensheid halverwege de 21ste eeuw ongeveer alle wilde dierspecimen heeft uitgeroeid, en de edele kunst van het jagen een privilege voor de superrijken is geworden, die in de eerste plaats al verantwoordelijk zijn voor de mistoestand, werpt enkele moreel interessante vragen op. De critici hebben echter besloten om de baby met het badwater weg te gooien, en doorgaans vinden ze het bon ton om dan ineens maar heel de film af te schrijven, inclusief de acteurs en de plot holes in het scenario. Dat één en ander niet echt getuigt van veel vakkennis, mag blijken uit één van de reacties op een welbekende internet film-database, waarin een bezoeker meent dat Bradbury zich bij het zien van het resultaat zich zou omdraaien in zijn graf. Dit is toch een redelijk radicaal statement, zeker gezien het feit dat Ray Bradbury nog niet dood is. Nochtans heeft niemand een slecht woord veil voor acteurs als Ben Kingsley - die weliswaar zijn rol een beetje naar het overdrevene doet neigen, wat in het excentrieke plaatje van Bradbury niet helemaal ongepast is - en Catherine McCormack, die eerder aan de onderkoelde kant is; buiten één zedig kusje, waarvan je nog niet eens weet of het niet écht bedoeld was als mond-op-mondbeademing, straalt de prent bijzonder weinig seks uit. In de casting is overigens in verhouding tot andere, soortgelijke prenten, bijzonder weinig plaats voor hunks of chicks die er maar omwille van hun uiterlijk zijn bijgesleurd - stel je even voor, Pierce Brosnan is in de casting gewipt door Edward Burns - kan je als filmmaker nóg beter je eerlijke bedoelingen manifesteren?

Al bij al - en ik weet dat ik me niet populair ga maken met deze uitspraak - had het allemaal veel erger kunnen zijn. Okee, de crappy special effects, of het gebrek daaraan, is een serieus minpunt voor de hele prent, maar afgezien daarvan is dit een redelijk soepel verteerbare prent, die vòòr de digitale revolutie, pakweg twintig jaar geleden, hoge ogen zou gegooid hebben, en als een visionair meesterwerk zou worden afgeschilderd. Nu, dat is het óók zeker niet, en zoals gewoonlijk ligt de waarheid wel ergens in het midden. Ik ga me voorzichtig uitdrukken: een verfilming van A Sound Of Thunder heeft zijn merites, al was het maar omdat een generatie die anders nooit het werk van Bradbury zou leren kennen, nu toch tenminste geconfronteerd wordt met zijn toekomstvisies. Natuurlijk zaten we allemaal te wachten op een betere verfilming, en tja, we zullen er mee moeten leren leven dat de onheilsgoden zich met de productie hebben gemoeid. Ik zou de film inhoudelijk met een 7 kwoteren, maar ik trek een punt af voor de slechte speciale effecten. Iedereen zegt me constant dat een film daar niet mee mag staan of vallen, maar dan moet men intellectueel eerlijk zijn en dit ook toepassen op films waarin deze eerder een belemmering dan een troef zijn.



BEELD EN GELUID
A Sound Of Thunder is door Dutch Filmworks in een speciale 2 disc steelbook-versie op de markt gebracht, terwijl deze film eerlang ook zal worden uitgebracht tegen een fractie van de prijs in het Filmpakker-label. Waar niet op afgedongen werd, is op beeld-en geluidskwaliteit. Vooral het geluid is overdonderend, en soms misschien ietsje erover. Bij de diverse scènes waarin de alternatief geëvolueerde primatosauriërs in de aanval gaan, klinken hun gillen angstaanjagend, en het gedreun van de allosaurus is machtig impressionant. Ook wanneer de stad langzaam maar zeker in een jungle verandert bij elke nieuwe time ripple, die ook met de nodige reverberatie doorklinkt, worden we ondergedompeld in een geluidslandschap van onheilspellende jungle-geluiden. De DTS-track haalt het hier qua subtiliteit met een neuslengte van de Dolby Surround 5.1-track. Het beeld heeft natuurlijk te lijden onder de intrinsieke duisternis waarin het geheel is geschoten. Er is bijgevolg wat colour bleeding te zien bij de frequent gebruikte zaklampen in de film, en bij enkele panshots manifesteren zich toch iets te grote instanties van ghosting. Toch krijgen we een redelijk scherp beeld, met weinig grain en een stabiele kleurselectie. Misschien iets té scherp, want daardoor worden ook pijnlijk de trucages zichtbaar. Maar dat is natuurlijk geen kritiek op de technische kwaliteit. Wat wél een grote kritiek is op het beeld, is dat het formaat is teruggebracht van 2.35:1 tot 1.78:1. Om deze evolutie een halt toe te roepen zijn we genoodzaakt flink in de punten van het beeld te zitten. Zonder dit euvel was het beeld een 8 waard geweest.

EXTRA'S
Op de eerste disc vinden we enkel een setje cross-promotionele trailers terug, waaronder ééntje voor wat ongetwijfeld de drol van het jaar 2006 wordt, The Long Weekend.

Bij eerdere steelbook-versies als The Aviator, White Noise en Assault On Precint 13 waren we niet echt gecharmeerd door de kwaliteit van de extra's op de bonusdisc. Het vermelden van een totale speelduur van 36 minuten voor de extra's doet ons alvast niet het beste vermoeden. "Behind The Scenes" (5 min.) is een niet geëditeerde B-roll, de trailers bevatten naast A Sound Of Thunder ook vier trailers voor delen uit de documentairereeks Dinosaur Planet, maar de TV-spots zijn echt een technische aanfluiting: ze zijn met een handcamera van een spelende televisie opgenomen. Twee ervan zijn in het Spaans, één in een schabouwelijk Noordnederlands. Was voor de promotie het budget misschien ook op? De vier film clips zijn zoals gewoonlijk compleet overbodige fragmentjes van de film op de eerste disc, wat de fotogallerij betreft: iedereen met een beetje deftige PC maakt screenshots die niét voor de helft ontsierd worden door de titel van de film in koeien van letters, de interviews (8 min.) zijn ronduit nietszeggend, de liner notes zijn ongeveer een letterlijke vertaling van wat er op de Internet Movie Data Base terug te vinden is, en van de zes hier terug te vinden cross-promotionele trailers stond er al één, Lord Of War op de eerste disc. De beloofde "The World Of Dinosaurs"-featurette is nergens terug te vinden, tenzij daarmee de trailers van Dinosaur Planet worden bedoeld.



CONCLUSIE
A Sound Of Thunder is door de critici harder aangepakt dan nodig, want volgens ons zijn de makers perfect op de hoogte van de zwakke punten, waar ze om redenen buiten hun wil niets meer aan konden veranderen. De technische kwaliteit van de film is behoorlijk, op het verknipt beeldformaat na, vooral het geluid is spektakel troef, maar de extra's zijn een lachertje. Als U deze film graag in uw collectie bezit, wacht dan misschien liever even de vanilla-versie in de Filmpakker-reeks af.


cover




Studio: Dutch FilmWorks

Regie: Peter Hyams
Met: Edward Burns, Catherine McCormack, Ben Kingsley, Jemima Rooper, David Oyelowd

Film:
6/10

Extra's:
1,5/10

Geluid:
9,5/10

Beeld:
4/10


Regio:
2

Genre:
Sciencefiction

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2005

Leeftijd:
12

Speelduur:
97 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
8715664056349


Beeldformaat:
1.78:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels DTS 5.1
Engels Dolby Digital 5.1

Ondertitels:
Nederlands
Extra's:
• Geanimeerde menu's
• Cross-promotionele trailers
• B-roll
• Trailers en TV-spots
• Film clips
• Fotogallerij
• Interviews
• Liner notes

Andere recente releases van deze maatschappij