KINGDOM OF HEAVEN [DIRECTOR'S CUT] (UHD)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2025-08-20
FILM
1184. De jonge smid Balian (Orlando Bloom) wordt door de Franse dorpsgemeenschap uitgestoten nadat zijn kind in het kraambed is gestorven en zijn vrouw (Nathalie Cox) zich de vloek van de eeuwige verdoemenis in de hel op de hals heeft gehaald door in een gedeprimeerde bui zelfmoord te plegen. Bovendien heeft de lokale geestelijkheid nóg een van uit haar standpunt bekeken goeie reden om zich van Balian te ontdoen: als hij dood zou zijn, dan zou zijn erfenis - toch een niet onaardig lapje grond met een smidse op - naar zijn broer (Martin Sheen) gaan, die priester is, en zo in handen van de kerk komen. Priesters blablabla gelofte van armoede blablabla Vaticaan stinkend rijk etcetera etcetera. Balian wordt echter benaderd door de vers van de kruistochten teruggekeerde Godfrey de Cornier (Liam Neeson), die als jongere broer van de leenheer Roger (Robert Pugh) zijn fortuin zelf heeft moeten zoeken, en in Jeruzalem baron van het landgoed Ibelin is geworden. Godfrey laat uitschijnen dat Balian zijn (bastaard)zoon is - blijkbaar heeft hij gebruik gemaakt van het
ius prima noctis - en als er dan toch geen toekomst voor Balian is weggelegd in Frankrijk, kan hij misschien beter meereizen naar het Heilige Land, waar iemands status, in tegenstelling tot in Frankrijk, meer wordt afgemeten aan de moed die hij tentoonspreidt dan aan zijn afkomst.
Balian twijfelt, maar wanneer hij zijn broer doodt omdat die zijn overleden vrouw heeft onthoofd om toch maar te vermijden dat ze als zelfmoordenares in de hemel zou komen, en de enige manier om zijn zonden weg te wassen is om deel te nemen aan de kruistochten, volgt hij, aanvankelijk met een lichte tegenzin, zijn vader naar de haven van Messina. Maar ook heer Roger en zijn zoon (Paul Brightwell) zouden zich liever van Godfrey ontdoen. Tijdens een overval waarin ze Balian komen opeisen om terecht te staan voor moord, wordt Godfrey dodelijk gewond. Alvorens te sterven slaat hij zijn zoon tot ridder en tot zijn opvolger als baron van Ibelin, en vraagt hem om zijn plaats in te nemen in Jeruzalem.

Honderd jaar voor de gebeurtenissen in de film werd Jeruzalem door de christenen ingenomen, en ze hebben de stad bij die gelegenheid etnisch gezuiverd van de moslims. Sindsdien zijn de relaties tussen de diverse bevolkingsgroepen echter gestabiliseerd en heerst er een gespannen vrede: de huidige koning Baldwin (Edward Norton) wil Jeruzalem zijn open karakter laten behouden, waar joden, christenen en moslims even welkom zijn om hun respectievelijke heiligdommen te bezoeken, en hij staat als buffer tussen de honderdduizenden rond Jeruzalem ingekwartierde soldaten van de morenkoning Saladin (Ghassan Massoud), met wie hij een band van wederzijds respect onderhoudt, en de fanatieke kruisvaarders van de ambitieuze Guy de Lusignan (Marton Csokas), de echtgenoot van 's konings zuster Sybilla (Eva Green). De Lusignan zou liefst van al de job afmaken en de moslims voor eens en altijd definitief uitroeien; door de kruisvaarders regelmatig aanvallen uit te laten oefenen op moslimkaravanen, hoopt hij toch nog een oorlog te provoceren, daarbij geholpen door de al even godsdienstwaanzinnige Lord Reynald (Brendan Gleeson). De koning kan de politieke evenwichten voorlopig nog bewaren door streng maar eerlijk recht te spreken over al wie zich misdraagt - moslim of christen - maar de tijden dreigen te veranderen naarmate de koning meer en meer in de onmogelijkheid geraakt te regeren, aftakelend door melaatsheid. Bovendien staat er niemand klaar voor de opvolging: zijn zus Sybilla heeft uit haar eerste huwelijk nog een zoon (Alexander Potts), maar die is nog minderjarig en blijkt al even ziek te zijn als zijn oom.

Balian probeert intussen zijn plaats te vinden in de nieuwe wereld. Onder zijn leiding bloeit het landgoed Ibelin weer op, voorziet hij het door zijn technische kennis van het levensnoodzakelijke water, en de diverse bevolkingsgroepen leven er in harmonie samen. Toch blijft hij in de eerste plaats een ridder: de koning en zijn hofmaarschalk Tiberias (Jeremy Irons) schenken hem het vertrouwen, en Sybilla schenkt hem zelfs haar liefde. De smid wordt door zijn nederige afkomst door de kruisvaarders aan het hof voortdurend met de nek bekeken, maar de manier waarop hij zijn landerijen beheert valt in positieve zin op bij de koning, die hem tot één van zijn intieme vertrouwelingen gaat beschouwen. De koning vraagt hem om Jeruzalem te beschermen wanneer hij zelf persoonlijk tussenbeide moet komen na alweer één van de uitspattingen van Reynald, die een moslimkaravaan heeft uitgemoord. Koning Baldwin kan zijn ambtsgenoot Saladin tot kalmte manen, belovend zelf recht te spreken. Hij roept Reynald hardhandig tot de orde, maar de reis heeft te veel van zijn krachten gevergd, en hij is stervende. Wanneer hij en kort daarop ook nog zijn zoon uiteindelijk allebei overleden zijn, roept regent Guy de Lusignan zichzelf uit tot nieuwe koning, en is de confrontatie met het leger van Saladin onvermijdelijk. Reynald provoceert bewust de Saraceense koning door zich aan zijn zuster te vergrijpen; als Saladin achteraf vraagt om tenminste het lichaam van zijn dode zuster terug te krijgen, laat de nieuwe koning de boodschapper zonder pardon onthoofden. In hun overmoed trekken de kruisvaarders tegen het leger van Saladin op, maar die laatsten zijn uiteraard beter bekend met oorlogvoering in woestijngebied. De kruisvaarders worden gedecimeerd en uiteindelijk blijft Balian als enige met een beetje militaire kennis over om de stad te redden tegen de niet helemaal onterecht op wraak beluste belegeraars. Dat ze Jeruzalem zullen moeten overdragen aan Saladin is al een uitgemaakte zaak, het is alleen een kwestie om zodanig veel weerstand te bieden dat Saladin, om nodeloos bloedvergieten te vermijden, kiest voor een bestand en de verliezers een veilige aftocht schenkt.

De film die Ridley Scotts
Gladiator moest doen vergeten - Scott had eigenlijk na zijn Oscarwinnende film heel andere plannen - werd bij zijn
bioscoooprelease redelijk onrespectvol behandeld; om de mastodont-film toch nog enigszins tot redelijke proporties te herleiden, eiste en kreeg producent Fox een kortere cut, die toch ook al zo'n 139 minuten duurde. Eén en ander ging ten koste van een belangrijk aandeel in de karakterontwikkeling: Balians motivaties om naar Jeruzalem te reizen, de opvolgingskwestie van koning Baldwin en het verleden van Godfrey de Cornier waren op zijn zachtst gezegd maar vluchtig neergekrabbeld. Met deze
director's cut, die tegelijkertijd ook wat rauwer is, en waarbij net als in
Gladiator in de schokkerige montage heel wat ledematen ofwel in het rond vliegen, ofwel doorboord worden door een uitgebreid assortiment aan middeleeuws scherp wapentuig, is de hand van Ridley Scott duidelijk te herkennen en krijgt het verhaal zelf gelukkig wat eerherstel. Het gaat hierbij niet om een uitgebreide versie waaraan men snel-snel nog wat verwijderde scènes heeft toegevoegd om ze als extended edition te kunnen bestempelen, maar om een veel rijkere en inhoudelijk gedetailleerdere versie, die qua epische vertelling niet mis zou staan naast
Lawrence Of Arabia. Nu, de director's cut van
Kingdom Of Heaven situeert zich op inhoudelijk vlak ergens in het klassement boven de uitgebreide versies van
Der Untergang en onder de drie
Lord Of The Rings-films. Eerder was deze director's cut met Nederlandse ondertitels om een bizarre reden op
dvd enkel in Australië te krijgen, later ook op een
UK-Blu-ray met en een
Benelux-versie zonder extra's.
Het eerste wat opvalt bij het bekijken van de director's cut is het meer afgemeten tijdsgebruik. Zonder de hete adem van de filmbonzen van Fox in zijn nek heeft Scott meer ruimte - 46 minuten om precies te zijn - om zijn verhaal te vertellen, de karakters in een juist historisch kader te plaatsen en hun achtergrondgeschiedenis beter in te kleuren. Wie daar het meest van profiteert is Orlando Bloom, die in de theatrical cut van de film maar eerder een matte rol vervult die niet echt veel meer inhoudt dan zijn kartonnen bijdrage aan de
Pirates Of The Caribbean-franchise, maar hier toch zijn personage een stuk geloofwaardiger kan invullen als een door een jammerlijke reeks tegenslagen in ongeloof vervallen, verbitterde en bijzonder sceptische man die op zoek is naar geestelijke absolutie, voor zichzelf maar ook voor zijn overleden vrouw, die volgens de dogma's van de katholieke leer door haar zelfmoord zonder pardon de hel is ingekapatulteerd. Balian weigert zich hier duidelijk bij neer te leggen, maar de vrees, al was het maar in plaats van zijn echtgenote, dat het toch wel eens waar mocht zijn én de nood om op de loop te moeten gaan voor de toorn van de kerkgemeenschap, maken dat hij zijn leven opnieuw richting kan en moet geven. Het thema is oud en beproefd, de rol is van opzet ongeveer dezelfde als Russell Crowe in Scotts
Gladiator vertolkte, maar het Griekse tragedierecept werkt nog steeds. Orlando Bloom krijgt ditmaal de kans om in zijn rol te groeien, en dat was in de theatrical cut zeker niet het geval.

Ook de verhaallijn omtrent de zoon van koning Baldwin, die aan dezelfde ziekte leed als zijn vader, een subplot die ondanks de historische verantwoording ervan de Fox-bazen zodanig deed geeuwen dat ze hun slecht gereputeerde schaar boven haalden - en dan hebben we het nog niet over de manier waarop deze in de film toch een niet onbelangrijk onderdeel van het verhaal uitmaakt - werd volledig in ere hersteld. Wat ons alleen maar kan doen besluiten dat de producenten hun publiek op intellectueel vlak niet al te hoog hadden ingeschat. Ook de ware reden van Godfrey's overhaaste vertrek uit Frankrijk werd beter omkleed. Naast al deze elementen werden ook enkele kleine en minder kleine details in ere hersteld, waardoor enkele minder belangrijke spelers in de oorlog consistenter in het verhaal worden geweven, en natuurlijk niet te vergeten de finale confrontatie tussen Balian en Guy. Maar dit zou natuurlijk geen Ridley Scott-film zijn als de
director's cut niet een behoorlijke portie meer fysiek geweld bevatte, verspreid over zowat de hele film. Dit alles draagt zeker bij tot de epische status van het geheel, die een iets te snel afgehaspelde film als pakweg
Troy toch mist. Scott had zelfs tijd om de film te voorzien van een
overture en een
entr'acte, tegenwoordig zelden gezien in een tijdperk waarin het gros van het filmkijkend publiek zijn hersens aan de ingang inruilen voor een zak popcorn - de laatste moderne film met een overture die we ons kunnen voor de geest halen is Lars von Triers
Dancer In The Dark, niet dadelijk een Hollywoodproduct. In tegenstelling tot de
Benelux-versie kan je op deze versie kiezen voor de director's cut (190 minuten) en de
Roadshow version, dat is de director's cut waaraan de entr'acte en overture zijn toegevoegd (194 minuten). De theatrical cut is verdwenen. Films van epische proportie hebben nu éénmaal hun tijd nodig om de kijker in een welbepaalde sfeer van medeleven te brengen.
Stel uzelf de vraag: hoe verminkt zou de filmgeschiedenis er niet uit hebben gezien als de producenten van
Lawrence Of Arabia in hun oneindige wijsheid hadden geoordeeld dat de film toch écht wel te lang was, en tot twee uur, maximum twee en een half had herleid moeten worden? DVD-media en de trend van
director's cuts van de afgelopen jaren, het ene geval al wat terechter dan het andere, bedienen een niet onbelangrijk segment van het publiek, dat gestaag groeit, dat almaar meer open staat voor iets minder rechtlijnige of hapklare verhalen, een cast met meerdere belangrijke bijrollen die in tegenstelling tot zovele andere films ook mee een evolutie doormaken; en ere wie ere toekomt, we hebben zulks te danken aan de "erfvijand" van de bioscoop, de televisie, waarin met historische spektakels van het kaliber van
Rome werd aangetoond dat epische grandeur en een groot kijkpotentieel toch wel samen kunnen gaan. Naast de 46 minuten extra zijn er overigens een paar heel minimale puntjes uit de theatrical cut gehaald, om hier en daar de overgang tussen de versies wat vlotter te laten verlopen, en niet nodeloos tweemaal hetzelfde te moeten herhalen, maar samengeteld gaat dit hoogstens over enkele seconden; het meest opmerkelijke is waarschijnlijk dat iets meer indirect wordt aangebracht dat Godfrey de natuurlijke vader van Balian is. De director's cut is veruit superieur in het kneden van de karakters van deze twee laatstgenoemden, maar breit ook een bevredigend slot aan het conflict tussen Balian en de Lusignan, en is gewoon in zijn geheel beter gestructureerd.

En natuurlijk mist de director's cut geen van de kwaliteiten die de theatrical cut al bezat: het is een genuanceerd portret over de godsdienstoorlogen in Jeruzalem, dat eigenlijk nog niet veel aan actualiteitswaarde heeft ingeboet, waarbij de diverse etnieën eens niet stereotiep eenzijdig als "de goeden" en "de slechten" worden afgeschilderd, maar waar nodig bijzonder veel nuance wordt aangegeven, zonder dat daarmee de film onmiddellijk té belerend wordt. Auteur William Monahan heeft, net als zo velen voor hem, met zin voor historisch detail de confrontatie tussen de vele, elkaar falikant tegensprekende godsbeelden uit de middeleeuwen, redelijk accuraat weergegeven, maar vooral de wrede
geloofszuiverheid van de Tempeliers, en de schier oneindige reeks misdaden in naam daarvan begaan, laten opvallen. Al krijgen de Moorse krijgers een behoorlijke veeg uit de pan voor hun grootspraak, dan is er daartegenover toch zeker begrip voor het standpunt van de Saracenen, die zich terecht geprovoceerd voelen door de zichzelf moreel superieur wanende Tempeliers; de fysieke afschuw in het personage dat Marton Csokas vertolkt is bij momenten tastbaar. Soms neigt de film zelfs net iets te vaak de andere kant uit: de christenen, en dan vooral de leiding van de clerus, zijn grotendeels lijkenpikkende, verwaande hypocrieten, die openlijk belijden dat het doden van een ongelovige in de ogen van god geen zonde is, terwijl een personage als Saladin daar net tegen contrasteert als de erudiete en misschien wel streng-moslimgelovige koning, met wie desondanks nog altijd op redelijke basis te praten valt - de man twijfelt bijvoorbeeld geen ogenblik om zijn tegenstander de diensten van zijn beste lijfartsen aan te bieden zodra hij ziet hoe zeer koning Baldwin aftakelt.

Kingdom Of Heaven is het epos van een botsing tussen de twee culturen, die allebei maar wat graag de anderen bestempelen als
ongelovige honden, en eerder datgene wensen te beklemtonen wat de twee bevolkingsgroepen scheidt dan wat hen bindt - op gegeven moment merkt Balian de gelijkenis op tussen de teksten uit de bijbel en de koran. De manier waarop het uitdijende conflict ervaren wordt bij zowat alle geloofsovertuigingen, van extreem religieus fanatiek (Guy de Lusignan) over pragmatisch (Saladin) tot ronduit atheïstisch (Balian), en binnen elke fractie dan nog eens de oorlogsgezinde krijgers (Reynald) tegenover de diplomatische vredesduiven (Tiberias) stelt, legt nog maar eens de complexe psyche van de mens bloot, wanneer die allemaal verschillend reageren als ze geconfronteerd worden met machten groter dan zichzelf, zoals bijvoorbeeld het overlijden van een geliefde. Het Hemelse Koninkrijk uit de titel, waarin er voor iedereen een plaats is, is uiteindelijk nog héél ver af.

Met naast Orlando Bloom namen als Jeremy Irons, Française Eva Green, Brit David Thewlis, de Hongaarse Nieuw-Zeelander Marton Csokas en Noord-Ier Liam Neeson op de affiche, is de cast een internationaal gezelschap dat de grootschaligheid van het project nog eens onderlijnt. Er valt overigens heel wat positiefs te zeggen over de manier waarop Ghassan Massoud zijn rol invult, maar ook over de manier waarop Edward Norton van achter zijn masker acteert - misschien niet zo theatraal als Hugo Weaving in
V For Vendetta, maar toch met een apart soort van waardigheid. En we mogen zeker ook niet vergeten dat dit de eerste film van betekenis is over de kruistochten sinds de digitale
wizardry gemeengoed is geworden in Hollywood; de speciale effecten zijn visueel verbluffend, overdadig en geven de film enorm veel vaart. Er zit evenwicht tussen de MTV-clipachtig gemonteerde vechtscènes - waarbij er behoorlijk wat meer bloed vloeit dan in de theatrical cut - en de groots opgezette setstukken waarin het Moorse leger voor de poorten van Jeruzalem staat en zijn katapulten in stelling brengt. Plus, Scott en de zijnen trekken op handige manier de aandacht weg van toch wel de enige noemenswaardige tekortkoming van de film, en dat zijn de stroeve dialogen. Dat er in films over de middeleeuwen al eens wordt gesproken met de spontaneïteit van
ener in een klem zittende ende geblokkeerd zynde prei in 's mans aars, zijn we intussen al wel wat gewoon geworden, maar als je dergelijke scènes dan gaat afwisselen met zwaardgevechten door dezelfde personages, wordt dit contrast al snel pijnlijk duidelijk. Het minst geslaagde stukje uit de film is dan ook de peptalk-speech die Orlando Bloom voor de finale aanval geeft, nadat hij elke boer met een hooivork in één beweging tot ridder heeft geslagen; dat "geslagen" - "
And that's so you remember it." krijgt daarenboven wel een aparte betekenis. Ook wanneer op het einde van de film Balians pad dat van de legendarische koning Richard Leeuwenhart (Iain Glen) kruist, is de korte conversatie die ze voeren tenenkrommend krampachtig. Maar laten we ons niet te blind staren op die paar schoonheidsfoutjes: samengevat wegen de positieve punten zeker het zwaarst door.
BEELD EN GELUID
Eindelijk is dit meesterwerk van Scott verkrijgbaar geworden op 4K. Ten opzichte van de
UK-versie is wel zowel op de 4K-schijf als op de Blu-ray de theatrical cut gesneuveld, en voor Nederlandse ondertiteling moet u elders wezen. Dit prachtige plaatje ademt leven (en dood) uit: van de beklemmende sfeer op het kerkhof tot het zonovergoten Ibelin, dit is een bijzonder mooie transfer met vooral enorm rijke detaillering, zowel op de rauwe zandvlakten als in het paleis van Baldwin de Melaatse. Scott speelt voor de rest graag met kleurfilters, wat onder meer maakt dat de winterse taferelen aan het begin van de film baden in een haast ziekelijk en afstandelijk blauw, terwijl in de woestijn geel en bruin domineren. Daarnaast bevat de 4K-schijf ook een heerlijke Dolby Atmos-track die een spektakelfilm als deze recht doet, maar vooral in de vechtscènes, zoals de belegering van Jeruzalem, echt excelleert op het moment dat de vliegende brandende stenen de aanvalstorens ondermijnen. De epische score van Harry Gregson-Williams voedt het geheel nog met epische koorgezangen die zo uit
Gladiator hadden kunnen komen.
EXTRA'S
Niet al het bonsumateriaal van de
UK-versie is hernomen. Twee langere documentaires zijn gesneuveld, waarschijnlijk omdat de rechten daarop zijn vervallen. Zowel op de UHD als op de Blu-ray opent de disk met een
inleiding door Ridley Scott (1:01), die zijn
director's cut uiteraard met overtuiging aanprijst. In tegenstelling tot de
extended edition van
Gladiator, voert Scott ditmaal niet als lamme reden aan dat er nog wat deleted scenes in de ladekast lagen, en men wel eens wou zien hoe de film er mét zou uitzien. Ditmaal is zijn keuze voor een director's cut beter gesubstantieerd.
De Roadshow Version bevat maar liefst
drie audiocommentaartracks. De belangrijkste van de drie brengt regisseur Ridley Scott, scenarist William Monahan en acteur Orlando Bloom samen, alhoewel de drie deelnemers duidelijk op verschillende ogenblikken werden opgenomen, te merken aan het gebrek aan interactie. De begeestering waarmee Ridley Scott zijn film voorziet van commentaar werkt aanstekelijk, en is een stuk beter dan het redelijk technische commentaar op track twee, met producente Lisa Ellzey, visual effects-supervisor Wes Sewell en hulpregisseur Adam Somner, die naar onze smaak wat te anekdotisch en vrijblijvend klinkt. De laatste commentaartrack werd ingesproken door editor Dody Dorn, en zou voornamelijk het verschil tussen de twee cuts van de film moeten behandelen, maar verzandt meer dan eens in redelijk academisch gezwam. De Roadshow Version bevat een visueel tekstcommentaar
The Engineer's Guide, zo betiteld om het aspect van Balians persoonlijkheid als wapensmid meer te accentueren dan dat van pelgrim. De tekst bevat wel wat interessante weetjes, maar overlapt toch erg met wat er in het commentaar van Ridley Scott en de documentaires gezegd wordt.
De rest van de extra's staan op een aparte disk, wat we altijd aangenaam vinden. De voornaamste feature op de bonusdisk is de
zesdelige mega-documentaire The Path To Redemption (2:21:49). De bijkomende features die op de
Australische dvd deze documentaire vergezelden staan in aparte secties hierna, onder de noemer
Production Sequence, maar ze zijn er wel.
Part I: Good Intentions: Development (16:43) gaat vooral over de eerste contacten met scenarist William Monahan, nadat Ridley Scotts volgende project, het ambitieuze
Tripoli, voor onbepaalde tijd door Fox in de ijskast werd geduwd. Het beschikbare personeel werd dan na de beslissing van Fox door Scott omgeleid naar deze film.
Part II: Faith And Courage: Pre-production (19:59) biedt ons een kijk op de voorbereidingen in een verder gevorderd stadium, met onder de casting en het bedenken van het design. In
Part III: The Pilgrimage Begins: Production - Spain (18:29) leren we enkele interessante dingen, zoals het feit dat zowel de scènes in het paleis van Jeruzalem als die op het Franse platteland, eigenlijk allebei in Spanje opgenomen zijn, en ook filmtechnisch minder interessante zaken, zoals de horden Spaanse meisjes met een hormonaal probleem, die post hebben gevat op de trappen van een Spaans hotel wanneer er alleen nog maar een gerucht de ronde heeft gedaan dat Orlando Bloom aanwezig zou zijn. In
Part IV: Into The Promised Land: Production - Morocco (31:20) vernemen we onder meer dat niet alleen de moslims al vooraf in het verweer kwamen tegen de toon van de film, maar dat ook sommige christelijke groeperingen hun scepsis uitten, naar goeie gewoonte nog voor ze één centimeter pellicule hadden bekeken. Zowel de Britse filmpers als gerenommeerde academici hadden er de mond van vol dat de film moslims als stereotiepe bullebakken zonder al te veel verstand zou afschilderen; achteraf bezien denken we dat de film net een universele boodschap van verdraagzaamheid uitdraagt, en dat de kritieken net werden ingegeven door het soort extremisten dat in de film wordt aangeklaagd, wat de historische relevantie ervan nog eens onderlijnt. Zoals eerder betoogd heeft de film niet alleen zijn historische nauwkeurigheid mee, maar kan er gerust gesteld worden dat christenen noch moslims zich in het bijzonder aangevallen moeten voelen, want beide kampen worden in de film geportretteerd als mensen van vlees en bloed, met gebreken en deugden, zoals iedereen. Maar kom, gratis mondelinge reclame is altijd mooi meegenomen, Oscar Wilde indachtig; de politiebescherming voor Ridley Scott was echter nog klein bier vergeleken met de logistieke problemen die altijd terug de kop opsteken wanneer men films in een woestijn wil draaien (zie ongeveer alle vorige voorbeelden uit de filmgeschiedenis). Ook de onzalige temperaturen affecteerden zowel acteurs als bepaalde set-stukken.
Part V: The Burning Bush: Post-production (37:33) gaat over de montage en het toevoegen van de speciale effecten, maar ook over hoe gaandeweg meer Scotts tegenstand tegen zijn eigen film groeit, en hij bepaalde dingen toch graag anders had gezien. We leren onder meer ook van monteur Dody Dorn hoe de digitale techniek kan gebruikt worden om bepaalde stukken van scènes in andere te voegen, om zo een heel verschillend eindresultaat te verkrijgen.
Part VI: Sins And Absolution: Release (18:22) toont Scotts eerste theatervoorstellingen in mei 2005, die niet zo veel opbrachten als gedacht, waarbij de makers onterecht het verwijt naar het hoofd geslingerd kregen Osama Bin Laden-vriendjes te zijn.
De
Production Sequence is op dezelfde manier onderverdeeld als de documentaire. In
Development krijgen we een
tekst "Tripoli Overview" waarin de oorspronkelijk geplande film wordt gekaderd, een
Early Draft Screenplay, een eerste ontwerp van het scenario door William Monahan, enkele
Story Notes van Scott en producente Liza Ellzey, en een
Location Scout Gallery, een reeks foto's met mogelijke locaties die in overweging werden genomen. In de
Pre-production krijgen we een korte feature
Cast Rehearsals (13:23) met Orlando Bloom, Liam Neeson en Marton Csokas, een galerij met Ridley Scotts intussen befaamde
Ridleygrams, de documentaire
Colors of the Crusade (32:14) met daarin de eerste concepten voor wapens en kostuums, gevolgd door een
Costume Design Gallery. In
Production Design Primer (6:52) gaat Ridleys ploeg op eerste werkbezoek naar de gekozen filmlocaties, en ook daarop volgt een
Production Design Gallery. In
Production plakt het interessantste stukje documentaire hier echter nog achteraan, namelijk
Creative Accuracy: The Scholars Speak (26:38), waarin enkele ernstige geschiedkundigen zich buigen over het waarheidsgehalte van de door Scott op film geschoten kruistochten. In de featurette
Unholy War: Mounting The Siege (17:04) zien we intussen hoe ver de voorbereidende plannen staan om het beleg van Jeruzalem te filmen. Uiteraard gaat zulks gepaard met de nodige hoeveelheden storyboards en fotogalerijen. Deze sectie wordt afgesloten met een galerij
Storyboard Galleries en één
Unit Photography Gallery met setfoto's. In
Post-Production is verder, ongelofelijk maar waar, zelfs bij een film van het kaliber van
Kingdom Of Heaven, nóg een half uur aan verwijderde scènes (15 stuks) te bekijken (30:09), al dan niet met commentaar van Ridley Scott en Dody Dorn. Dit bewijst toch dat de montage van deze director's cut méér was dan zomaar wat inlassen van verwijderd materiaal om de consument nog eens langs de kassa te doen passeren, want de selectie is hier mogelijk paradoxaal genoeg nog strenger geweest. Hoe het eigenlijke monteren in zijn werk gaat, kan je nog eens bekijken in twee featurettes, een interactieve
Sound Design Suite, waarin je onder meer de opnames van de dialogen kan bekijken, de foley artists aan het werk kan zien, of de eindmix ziet geboren worden, en een
Visual Effects Breakdown (21:53) waarin vier belangrijke toepassingen van CGI in de film kort worden toegelicht: iemand in brand steken, modelbouw en digitale matte-paintings bij de visualisatie van Jeruzalem, de soldaten in de veldslagen en natuurlijk de middeleeuwse katapulten. Het laatste deel,
Release and Director's Cut, bevat voorts nog een
Press Junket Walkthrough (6:17), een korte voorstelling van wat persmateriaal, een documentaire
World Premieres: London, New York and Tokyo (3:41), footage vanop de diverse wereldpremières, een
Special Shoot Gallery, een hoop speciaal voor de pers geschoten foto's en posters, en een collectie
Trailers (4; 9:07) en
TV Spots (50) waarvan 40 van dertig seconden en 10 van 15 seconden, worden vervolgens op ons losgelaten. De laatste sectie sluit uiteindelijk af met de documentaire
Paradise Found: Creating The Director's Cut (8:29), het einde van een productioneel lang avontuur waarin Ridley Scott dankzij de dvd-kopende meute (ja, dat zijn u en ik!) uiteindelijk toch nog zijn versie voor het publiek kan beschikbaar maken, alsook enkele
credits voor deze director's cut.
Niet genoeg bonusmateriaal? Wel, bijna al het bonusmateriaal dat destijds op de
2-disk dvd werd toegevoegd krijgt u er óók nog bij; de documentaires
A&E Movie Real TV special en
History vs. Hollywood zijn er niet meer. Wel zijn er nog vier internetdocumentaires beschikbaar, promotionele docu-teasers van elke een kleine twee minuten die speciaal voor de sociale media gemaakt zijn:
Ridley Scott: Creating Worlds (2:37),
Production Featurette (2:18),
Wardrobe Featurette (2:12) en
Orlando Bloom: The Adventure of a Lifetime (2:11). Veel van de footage is uit de grote making-of getrokken, waardoor de informatieve waarde eerder laag ligt.
We gaan er nu niet met een rekenmachine naast zitten, maar in totaal mogen we toch stellen dat al het bonusmateriaal alleen al vijf uur aan beeldmateriaal bevat, naast in totaal enkele honderden, zo niet duizenden, foto's en productie-tekeningen, storyboards en dies meer. Alleen al in de sectie met poster-ontwerpen vinden we meer dan 250 mogelijke concepten terug. Wel even opmerken dat al het bonusmateriaal slechts in standaarddefinitie is uitgevoerd. We zullen een half puntje aftrekken omwille van het ontbreken van de twee A&E-documentaires.
CONCLUSIE
De
director's cut van
Kingdom Of Heaven is een alomvattend epos over de duizend jaar later nog steeds niet beslechte eigendomsclaim op het heilige land in het algemeen en de stad Jeruzalem in het bijzonder. Wellicht één van de best gedocumenteerde films van de laatste tijd is
Kingdom Of Heaven een must-buy.